De afgelopen dagen heb ik rondgeslenterd in provinciehoofdstad San Juan en het kostte me wel wat moeite om te wennen aan de hitte en het verschil met de big city. Zo is er een uitgebreide siesta tussen 13 en 17 uur en word ik nieuwsgierig bekeken op straat, aangezien hier nauwelijks buitenlandse toeristen komen. Maar inmiddels ben ik gevallen voor de charme en vriendelijkheid van de behulpzame mensen, waarover zometeen meer. Hieronder sta ik trouwens naast meneer Domingo Faustino Sarmiento op de binnenplaats van zijn geboortehuis. Hij was een groot Argentijns staatsman, denker, schrijver en onderwijshervormer. En werd in 1868 de eerste president die uit de provincie kwam.
Merkwaardig genoeg leken een paar momenten sterk op mijn Costa Rica-reis van precies een jaar geleden. Zo kwam ik op de heenreis kort in gesprek met een vrouw die graag in mijn reisgids naar de plattegrond van San Juan wilde kijken. Ze moest vrijdagochtend op de plaatselijke universiteit een lezing geven op een congres over communicatie en had nog geen hotelkamer gereserveerd. Ik evenmin, dus we besloten na aankomst een taxi te delen naar het toerisme-informatiecentrum. Een derde chica voegde zich bij ons, ze ging toevallig naar hetzelfde congres. In de korte tijd die we hadden en gelukkig Engels konden spreken, bleken we alledrie een journalistieke achtergrond te hebben. Gabriela – de oudste – schrijft onder meer voor de krant Clarín en woont in Gran Buenos Aires. Net als Luciana, die op de openbare universiteit promotie-onderzoek verricht naar neo-liberale denktanks. Snel e-mailadressen en telefoonnummers uitgewisseld, jammergenoeg geen tijd voor een nadere kennismaking. Maar: ik heb m’n eerste uitnodiging voor een asado (barbecue) bij Gabriela op zak! Voor als ik eind november terugkom in de hoofdstad. En wellicht zie ik Luciana dan ook weer.
Nog zo’n goed moment: gisteren liep ik iets buiten het centrum door het Parque de Mayo en hoorde ik live-muziek uit een gebouw komen. Er was een folkloristisch dansfestival gaande. Ik betaalde 3 pesos entree en ging de tropisch warme hal binnen. Voor het podium zat een vierkoppige jury op een hoge stellage aan een lange tafel met zonnebloemenkleed en twee schemerlampjes tusen hen in. Boven het podium hingen geel-groen-zilver-blauwe slierten en óp het podium wisselden de deelnemende trio’s elkaar af: een gitarist, trommelaar en danser met cowboyhoed en -laarzen, wijde pofbroek, sjerp en shawltje. Op het ritme van de opzwepende muziek maakten alle dansers vreemde draai, spring- en stampbewegingen, erg knap en amusant.
Hola Eduardo, qué tal?
Ik glimlachte vriendelijk naar de mensen om me heen en kletste even met Eduardo (18). Hij was hier met zijn familie, vrienden en dansleraar. Ze vormen de Agrupación Folclórica Suyai – San Juan. Eduardo begon met dansles toen hij pas drie jaar oud was en is in het dagelijkse leven gymleraar (of fitness-instructeur?). Met Eduardo dronk ik mijn eerste mate (soort kruidenthee). Toen kwamen zijn broertjes en zussen ook op ons af, en de spontane kennismakingszoenen vlogen me om de oren. Hier krijg je er gezellig twee, niet zo’n zuinig kusje als in Buenos Aires, werd mij duidelijk. Maricel (21), Silvia (15), Eduardo Daniel (13), die net had gedansd, en hun vriendje Jacundo (8) vleiden mij zeer met hun hartverwarmende belangstelling in mijn persoon. Ze wilden zelfs mijn handtekening hebben… Van Eduardo ‘senior’ kreeg ik als aandenken aan onze ontmoeting twee in onbruik geraakte bankbiljetten (5000 Australes en 1 peso). In een opperbest humeur keerde ik rond lunchtijd terug naar mijn hotel.
En weet je wat? Aan het eind van de dag had ik nog een regalo (geschenk) te pakken! Van Dolores del Carmen Narras, oftewel Nena. Ik zat naast haar in de bus richting het bedevaartsoord Difunta Correa, zo’n zestig kilometer buiten San Juan. We deden ons uiterste best om elkaar te verstaan boven de motorgeluiden uit. Toen we na ons bezoek aan Difunta Correa terugreden naar San Juan gaf ze me als recuerdo (herinnering) een houten beker met inscriptie. Op het busstation namen we afscheid. Haar familie zou nooit geloven dat ze met iemand uit een ander land had gesproken! Blij kwam ik ‘thuis’ in Hotel America. De jongen van de receptie bevestigde het: la gente es muy dada (wat ik - als ik het al goed heb verstaan - maar even vrij vertaal als zeer vrijgevig). ¡Eso es!
Genoeg voor nu, ik ga ontbijten.
Liefs van Selma