Selma in Argentinië, Paraguay, Uruguay (2006)

Welkom op mijn reisblog over Argentinië, Paraguay en Uruguay in Zuid-Amerika. Hier volgen persoonlijke impressies van deze buurlanden, die ik met openbaar vervoer doorkruiste. Een deel van mijn avonturen staat in de door mij samengestelde landenreeksuitgave TE GAST IN Argentinië van Uitgeverij Informatie Verre Reizen (juni 2007, ISBN 978-90-76888-73-6).

donderdag 9 november 2006

Contrasten


Het presidentieel paleis (boven) en grote, dure auto's van parlementariërs voor het roze Cabildo, waar sinds 14 mei 2004 het Centro Cultural de la República is gevestigd. Dit heerlijk lichte en opgeknapte gebouw grenst van achteren aan een sloppenwijk en biedt vanuit zijn expositieruimtes (en welja, opnieuw de damestoiletten) ongegeneerd uitzicht op de minderbedeelden van de stad.


Sowieso wisselen de gerestaureerde en verwaarloosde panden elkaar naadloos af. Zoals deze oude beauty:


Hieronder raakte ik voor het eerst in de war van de dunne scheidslijn tussen arm en rijk. Het begin van de krottenwijk schurkt letterlijk tegen het gebouw van de Universidad Católica (rechts van het Cabildo) aan.

Posted by Picasa

Paraguay Here I Come

Zo, daar ben ik dan, helemaal in Asunción, hoofdstad van Paraguay. Ik móest hier gewoon heen. Aangetrokken door de relatieve onbekendheid van dit geïsoleerde en exotisch klinkende land. Dankzij kopieën uit een oude Lonely Planet van Zwitser Martin heb ik me een beetje kunnen verdiepen in de nationale geschiedenis en cultuur.

Geografisch ingesloten door Bolivia, Brazilië en Argentinië en politiek geteisterd door dictaturen is het land nou niet wat je noemt een bruisende parel in Latijns-Amerika. Wat Paraguay echter verrekte interessant maakt, is de mix van de oorspronkelijke indiaanse bewoners, Spaanse kolonisten en latere immigranten uit Europa, Argentinië, en – recentelijk – Japan, Korea en Brazilië.
In 1537 stichtten Spanjaarden een fort (Nuestra Señora de la Asunción) op de oostelijke oever van de Río Paraguay. Bij hoge uitzondering verliep de culturele integratie tussen de lokale Guaraní-indianen en zo’n 350 Spanjaarden zó goed, dat er een mestizo-maatschappij ontstond waarin beide volkeren elkaars taal en gewoonten overnamen. Nog steeds is Paraguay officieel tweetalig: men spreekt Spaans én Guaraní. De mestizos maken meer dan 85 procent uit van de totale bevolking. In 2002 werden 87.099 indigenas geteld (1,7 procent van de totale bevolking). Zij vallen uiteen in 20 etnische groepen, waaronder de Guaraní. Weten we dat ook weer.


De grensoversteek verliep vlekkeloos (op het busstation in Resistencia en bij aankomst in mijn hotel kreeg ik en passant nog wat felicitaties, dus men gluurt overduidelijk naar de geboortedatum in mijn paspoort). Alleen al vanwege de gekke Guaraní-munteenheid voel ik me een verre gast in een vreemd land: 1 dollar is ongeveer 5360 Guaranís, en 1 euro ongeveer 6900 Guaranís. Dat was even hard nadenken toen ik gisteren bij de ABN-AMRO (!) geld ging pinnen.

Mijn eerste wandeling in Asunción – waar ongeveer 20 procent van de 5,6 miljoen inwoners woont – leidde via het oude treinstation uit 1856 naar Museo Etnográfico “Dr. Andrés Barbero” over de inheemse culturen van Paraguay.
Meneer Barbero richtte dit particuliere museum op in 1929, toen hij voorzitter was van la Sociedad Scientífica del Paraguay. Zijn collectie bestond uit eigen aankopen en donaties. Later werd deze collectie uitgebreid met etnografische objecten die de eerste (Duitse) directeur Dr. Max Schmidt verzamelde op zijn veldtochten. In 1951 werd ene Doctora Branislava Susnik uit Slovenië de tweede museumdirecteur en in 1956 zette de Fundación La Piedad de filantropische activiteiten van Dr. Barbero voort.
Het museum ontvangt geen overheidssteun en trekt ongeveer 5300 bezoekers per jaar, vertelt Bernardo Benitez. Hij werkt al jaren voor de Fundación en als ik hier woensdagochtend aanbel, opent hij de deuren van het museum en gaan alle lichten in de zalen aan. Bernardo geeft enthousiast een nadere toelichting bij de tentoongestelde voorwerpen, waaronder veel sierlijke tassen en manden van gedroogde grassoorten, kettingen en verentooien, speren en keramiek. Zelf is hij een mestizo met indigenas-voorouderen en immigrantenbloed: de oma van een van zijn oma's kwam ooit vanuit de Oekraïne naar Paraguay.

¡Hola Bernardo, gracias por la interpretación. El museo fue muy interesante!


Ik ben onder de indruk van het werk van Doctora Branislava Susnik. In de jaren vijftig van de vorige eeuw bracht zij verschillende inheemse stammen en gebruiken in kaart, en op tientallen zwartwitfoto's uit de jaren vijftig is zij zelf te zien temidden van indianen uit de Occidental (Noord-Paraguay) en Oriental (Zuid-Paraguay). Een zeer geëmancipeerde, sigarettenrokende dame in macho-kleding. Zij stierf uiteindelijk aan lonkanker, weet Bernardo. Bij mijn vertrek krijg ik 2 Guaraní-krantjes mee. Van de taal begrijp ik niks, maar wauw, I love these souvenirs.


Een andere werkelijkheid op straat: veel politiemensen die grote geweren dragen, zoals deze hombre die een mate meeslurpt met zijn leeftijdgenoten zonder wapens. Een paar uur later passeer ik in het centrum een zwaar bewapende man die toekijkt als er geld vanuit een bank naar een busje wordt overgeheveld, en word ik heeeel zenuwachtig als ik langs hem loop.

Posted by Picasa

Resistencia, la Ciudad de las Esculturas

Voor de volledigheid van mijn reisverslag: een terugblik op Resistencia (scrol rustig verder als je wilt).

Tijdens de busreis vanuit Salta zat ik helemaal voorin de bus naast Ale, een jongen uit Posadas die 2 weken bij vrienden op bezoek was geweest en een politie-opleiding volgt. Ik was zoo moe de eerste uren dat ik met moeite m’n ogen kon openhouden. Gelukkig was het landschap weinig spectaculair (eigenlijk wil ik geen moment missen). Na het avondmaal zocht ik achterin de bus een ruimere hang/slaapplek, waar de vloer zeiknat was van een lekkend airco-systeem. Rond middernacht gluurde ik door de gordijntjes naar buiten en zag ik in een onbeduidend dorpje een groot feest in de openlucht: tientallen mensen dansten en op het podium bespeelde een man zijn accordeon. Wat was ik daar graag uitgestapt... Het leek een surrealistische droom, omdat ik in de bus niets van de muziek kon horen, alleen het geluid van de airco.
Na enkele tussenstops (tot ver midden in de nacht) arriveerden we om 05.15 uur bij het busstation van Resistencia. Daar nam ik in alle vroegte een taxi naar 2-sterrenhotel Gran Hotel Royal (stel je hier niet te veel bij voor), waar ik in de confitería mocht wachten tot er een kamer beschikbaar zou zijn. Na een koude douche (even later legde een jongen me uit hoe ik de warmwaterkraan moest opendraaien) heb ik in een belwinkel wat mails verstuurd en alsnog m’n bankpasje laten blokkeren.

Nu kon m’n citytrip door Resistencia beginnen! Deze stad heeft een ambitieuze vrouwelijke burgemeester (Ing. Aída Auala), die - zo las ik in een folder - allerlei initiatieven heeft ontplooid om het stedelijke sociaal-economische en culturele leven op te krikken. Zo wordt de hele stad gepromoot als één groot openluchtmuseum: verspreid in parken en op straten en pleinen staan meer dan 430 sculpturen. Ook vindt hier jaarlijks in juli een Bienal Internacional de Escultura plaats. Met een Nederlander in de jury. ¡Juntos por la ciudad que queremos! is de politieke leuze van mevrouw Aauala ('Samen voor de stad die we ons wensen').

In het park Plaza 25 de Mayo verwelkomde architect Luis Alejandro Gusberti me overallerhartelijkst bij het piepkleine toeristeninformatiecentrum. Ik mocht hem met alle plezier bellen voor een persoonlijke rondleiding door de stad :-) Op zijn verzoek ging ik eerst naar Museo del Hombre Chaqueño “Prof. Ertivio Acosta” over de vroegste geschiedenis van het arme en vochtige Chacogebied, waarvan Resistencia de provinciehoofdstad is.


Daarna bezocht ik het museum/kunstcentrum El Fogón de los Arrieros (het kampvuur van de veedrijvers). In 1943 richtten de beeldhouwer Juan de Dios Mena en Aldo Boglietti hier een club op waar men luisterde naar verhalen en gedichten en samen liedjes zong. Eind jaren zestig van de 20e eeuw volgden er creatieve workshops, waarvoor de internationale deelnemers in natura mochten betalen. Zo ontstond in de afgelopen decennia een bonte verzameling objecten en kunstwerken uit de hele wereld en groeide El Fogón uit tot een belangrijk artistiek centrum.


Hierna ben ik moe afgedropen (slapen in de bus lukt niet echt) voor een hotelkamerlunch van stokbrood met salami en drinkyoghurt. Na een siesta begon ik iets uitgeruster aan de vervolgwandeling. Hiervan zal ik jullie de details besparen, maar ik wil nog even kwijt dat ik opnieuw in een demonstratie terechtkwam. Tegen justitie dit keer. Bij het edificio del Consejo de la Magistratura werden politiemensen bekogeld met eieren en agressief toegezongen. De volgende morgen zag ik op een foto in de lokale krant dat enkele betogers gewond waren geraakt. Ik was net op tijd weggegaan toen de sfeer me te grimmig werd.


Hierboven: een poster in de hal van een vakbondskantoor, waarop Juan Perón als een held wordt herdacht. Binnen hing ook een zwartwitfoto van Evita aan de muur. Onder: het blijft smullen, die oude bakbeesten en gekleurde gebouwen.

Posted by Picasa