Onafhankelijk Tucumán
Deze stad bevalt me! Toen ik dinsdagavond rond 21 uur arriveerde en op de radio hoorde dat het buiten nog 33 graden was, schrok ik even. Ook van de drukte rondom het busstation, één grote ronkende mierenhoop van auto’s en voetgangers. Ik had een rustige provinciestad verwacht, was moe van de korte nacht in San Juan, gaar van de lange busreis & hitte en wilde SLAPEN. Mijn taxichauffeur was de grootste (en enige) sjagrijn die ik tot nu toe ontmoet heb, hij gromde slechts iets over de verschrikkelijke hitte en keek getergd terwijl hij andere roekeloze chauffeurs uitschold. Nou ja, eerlijk gezegd was ik ook verrast omdat hij de eerste persoon was die niet belangstellend vroeg waar ik vandaag kwam. In het vlakbijgelegen Hotel Colonial trok ik me terug op mijn benauwde kamer (er was airco, maar alleen op stormkracht) en kroop ik na een douche- en handwasmoment in bed. De salsa-danswedstrijd op tv was weinig verheffend en na het weerbericht op de lokale zender ging alles uit.
Voor mijn ontbijtje moest ik de volgende ochtend de straat oversteken, waar ik opnieuw op tv zag hoe warm het zou gaan worden. Verder nare beelden van een totaal verwoest gebouw en geshockeerde mensen, terroristische bomaanslag in Turkije? Ik kon het commentaar niet verstaan en besefte hoe ver het ‘nieuws van de dag’ van me afstaat. Mijn wereld bestaat momenteel uit reizen door een vreemd landschap en met de mensen proberen te communiceren, zoveel mogelijk indrukken opdoen en vastleggen, goed op m’n spullen en mezelf passen, plannetjes maken en wijzigen. Zo besloot ik alsnog naar een ander hotel te verkassen, in hartje centrum. Hotel Francia was een stuk vrolijker en – hoera – ik kon even meesurfen op een onbeveiligd draadloos netwerk.
Na een verkwikkende douche begon mijn kennismaking met San Miguel de Tucumán dan echt. In 1565 gesticht door de Spanjaarden langs de handelsweg van Santa Fe, Córdoba en Salta naar Bolivia en Peru. Zo’n tweeënhalve eeuw later won generaal Belgrano hier in 1814 de beslissende slag tegen de Spanjaarden. En daarom tekende een delegatie van alle Argentijnse provincies uitgerekend in Tucumán de onafhankelijkheid en een grondwet. Om precies te zijn op 9 juli 1816. In el Salon de la Jura van het Casa de la Independencia. En zo kan een foto van drie stoelen en een tafel toch best spannend zijn, niet? Ik voel me nu net hoe-heet-die-trillende-man-ook-alweer (Pierre dinges?), die zulke mooie verhalen kon vertellen bij ‘saaie’ kunstvoorwerpen om ze aantrekkelijk te maken voor leken.
Oké, deze kleuters op studiereis bij het beroemdste huis des vaderlands doen het vast beter bij mijn kritische kijkpubliek:
Om het af te leren nog één feitje over onderstaande Iglesia La Merced. Op het plafond zijn de gevechten bij de stad Tucumán op 24 september 1814 onder leiding van generaal Belgrano geschilderd. Ik heb er nog niks van gezien, de kerk was gesloten toen ik hier gistermiddag badend in het zweet op de stoep stond.
Rijdende musical
Na een uitpufmoment in de hotellobby en praatje met de receptionist (nee, ik ben niet getrouwd, ja, ik reis helemaal sola) loop ik de 2 blokken naar het busstation en rijd ik om 14 uur uit La Rioja weg. Ik zit rechtsbovenin op de eerste rij en ruk enthousiast de gordijntjes om me heen open, helemaal klaar voor een panoramic view. Maar dan komt een van de chauffeurs vertellen dat alle gordijnen potdicht moeten blijven vanwege de grote hitte. Ja doeiiiiiiii! Ik ben een turista en ben hier voor het eerst en waarschijnlijk ook voor het laatst in mijn leven. Als de bus eenmaal rijdt, schuif ik de gordijntjes voorzichtig steeds verder open terwijl ik me zeer opgelaten voel over deze daad van verzet.
Immer gerade aus, met zo nu en dan een bocht, stoplicht en bergpas. En dat zeven uren lang.
Poe poe poe, wat is het warm (ik kom er pas halverwege achter dat de aircoklepjes boven mij niet openstaan).
Dit keer hebben de chauffeurs twee musicalfilms uitgekozen: eerst is Mary Poppins aan de beurt, dan Mi Bella Dama oftewel My Fair Lady. Het duurt even voor ik besef dat de aftitelingsmuziek blijft steken en het bombastische strijkorkest eindeloos lang op de repeat-stand doorspeelt, haha. Een oefening in geduld en verdraagzaamheid. Pas als we een tussenstop maken op een volgend busstation, zo'n uur later, wordt de videoband gestopt.
Een half etmaal in La Rioja
Waiting for the bus
Onder de indruk van Talampaya en stoffig, bezweet en slaperig worden Julia, Martin en ik in the middle of nowhere afgezet bij een wegrestaurant, waar we een paar uur later de bus naar La Rioja (zouden moeten) kunnen nemen. Hier nemen we afscheid van Valentino, die terugrijdt naar Valle Fertil en morgen in het vliegtuig naar metropool Buenos Aires stapt. Wat een contrast met deze imposante, ruige omgeving.
Huppekee, even een tafel en drie stoelen naar buiten slepen en het wachten kan beginnen. Wat smaakt dat biertje goed! Als avondeten krijgen we een reusachtig bord vol kaas, vliegen, worst en olijven. Een leeg bierblikje rolt over de grond, voortbewogen door de warme wind, en voegt het perfecte achtergrondgeluid toe. 't Is net een westernfilm. Een aangeschoten local komt nieuwsgierig informeren wat we in godsnaam op deze plek doen, want het is hier zoo tranquilo. Tja, ook wij betwijfelen even of er wel echt een bus zal arriveren en zijn toch wel blij dat we hier niet in ons eentje zijn gestrand.
De schemering valt in en even later schitteren de sterren en de Melkweg ons tegemoet. WAUW! De immense rust wordt rond 22 uur verstoord als drie bussen ons 'terras' komen oprijden en met draaiende motor pauze houden. Een van deze stinkende monsters brengt ons uiteindelijk rond middernacht naar La Rioja. Hieronder staat de tijd nog even stil in de keuken van het geweldige afgelegen wegrestaurant.
Talampaya - un paisaje con historia